Interviews Stadjers voor compassie

Nii Hammond

“Compassie moet stammen uit eerlijkheid.”

 

Nii is 50 jaar. Hij is geboren in Ghana en groeide op in de hoofdstad Accra. Hij woont als sinds zijn zesentwintigste in Nederland en trouwde met een Nederlandse vrouw. Nii is een man die leeft vanuit compassie. En voor hem is dat begrip niet alleen zacht is, confronteren hoort er bij.

Dat het nu zo’n grote overgang was van Ghana naar Nederland kan Nii niet echt zeggen. Tenminste, qua moderniteit en luxe apparaten was hij een bepaalde luxe standaard al lang gewend in Ghana – het gezin waarin hij opgroeide liep daarin voorop. “Ik heb Neil Armstrong op de maan zien landen.” Maar aan het gedrag van de mensen en wat zij zeggen moest hij wennen. “Ik gaf bijvoorbeeld dansworkshops in op verschillend plekken in Nederland ( en Groningen) en hoorde daar mensen dingen zeggen als ‘ik ben gefrustreerd’ of ‘ik heb stress’. Die woorden gebruikten wij in Ghana bijna nooit.”

Nii heeft danslessen en lezingen gegeven, een film gemaakt (The True Colors of Paradise), werkte als docent in de gevangenisschool in Veenhuizen (onderdeel van justitiële jeugdinrichting ’t Poortje) en is nu docent Engels op meerdere opleidingen, waarbij hij ook de avondopleiding volgt om uiteindelijk zijn eerstegraadsbevoegdheid te behalen.

Mercy and compassion

Compassie is voor hem een heel belangrijk begrip. Al vanuit zijn jeugd. “Ik ben Apostolisch opgevoed door mijn ouders maar ik ging naar een Katholieke school, want daar was het onderwijs goed. Ik herinner mij het liedje dat begon met de regels: ’God of mercy and compassion, look with pity upon me… let me call you father.’ Dat gaat over een zoon die vergeving vroeg van zijn vader nadat hij zijn aandeel van de erfenis voortijdig had opgeeisd en verkwanseld (Lucas 15 vers 11-31). Dan is dus compassie nodig. Ondanks alle onvolkomenheden in de maatschappij reik je uit naar een ander die er baat bij zou kunnen hebben.”

Meerdere godsdiensten

Wat betreft Nii is de term compassie niet tot godsdienstig gebruik beperkt. Evenmin beperkt hij zichzelf tot één godsdienst. “Op dit moment ben ik ‘homo universalis’. Ik ben Christen, maar ook wel Moslim, Humanist, Boeddhist en ik breng regelmatig traditioneel Afrikaanse plengoffers. Ik kies dat wat zin geeft aan mijn bestaan.” Daarbij heeft hij ook begrip voor mensen die één overtuiging huldigen. “Mijn moeder geloofde haar hele leven lang dat later in de hemel zou komen en daar zou lopen op een straat van goud. En daarom denk ik dat dat zo is. Voor haar wel.”

Zwarte Piet spreekt

Compassie hebben met anderen is de ene keer makkelijker dan de andere keer. Nii geeft een verhelderend voorbeeld. “Vorige winter was het glad. Ik liep in de stad en zag in de buurt van de winkelcentrum Paddepoel een oude vrouw op straat vallen, ik rende erheen om haar te helpen. Ik vroeg of alles goed was, gelukkig ging het weer. Ik liep door en hoorde aan de overkant een van twee volwassen vrouwen tegen hun kinderen zeggen ‘Pas op, daar gaat Zwarte Piet!’ Ik had kunnen gaan slaan of schreeuwen, of zwijgen, maar ik besloot te kiezen voor waar ik in geloof. Ik geloof namelijk in de goedheid van de mens en de kracht van de harmonie scheppende werkelijkheid. Dus ik ging erop af en sprak de vrouw, die mij Zwarte Piet genoemd had, aan. Ik vertelde wat er net gebeurd was en zei tegen haar: ‘Nu maak jij deze onnozele grap. Waarom doe je dat?‘ Zij bevroor en ze kon niets zeggen. Ik hoop dat het doordrong.”

Voor Nii is ook het aanspreken van de ander op deze manier een daad van compassie. “Door dingen te benoemen en anderen de kans te bieden een andere invulling te geven, kun je problemen duurzaam oplossen.”

Meer leiding aan kinderen

Nii heeft ervaring met de ‘jeugd van tegenwoordig.’ Hij heeft zelf kinderen opgevoed en heeft gewerkt met wat hij zelf noemt ‘de crème de la crème van kinderen met opvoedmoeilijheden’ die gevangen zitten in Veenhuizen voor vaak zeer ernstige delicten. Hij heeft ervaren dat het soms heel moeilijk is om deze kinderen aan te spreken op compassie. “Op een gegeven moment zei een jongen iets bewust kwetsends tegen mij. Ik wilde hem corrigeren en zei: wat zou je ervan vinden als iemand dat over jouw vader of moeder zou zeggen? Maar dat vond hij helemaal niet erg, want zijn vader en moeder hadden hem toch laten vallen. Dus dat medegevoel had hij gewoon echt niet. En daarom hebben kinderen zoals hij iemand nodig die ze zegt wat goed en kwaad is: een echte leider. Een roedelleider, zoals Cesar Milan zou zeggen! Maar dat is niet hoe er op dit moment gewerkt wordt.”

Wat Nii betreft is het gebrek aan leidend ouderschap in Nederland een probleem van deze tijd. “Positief benaderen van kinderen klinkt mooi, maar we moeten wel eerlijk zijn. Op dit moment zie ik zo vaak dat ouders hun kind totaal niet meer in de hand hebben. De kinderen weten dat niemand ze durft te straffen, dus ze kunnen volwassenen uitproberen en als ze zin hebben zelf helemaal kapotmaken. Niemand durft streng te zijn. En intussen schreeuwen de kinderen om echte aandacht. En dat wil ook zeggen: iemand die aangeeft waar de grens ligt, die zegt: nu ophouden! Terwijl dit voor mij ook bij compassie hoort. Als je liefde voor je kind hebt, word je niet moe van corrigeren. ”

TS

Eva van der Zand

“Compassie betekent voor mij dat je je inleeft in een ander.
Niet alleen verstandelijk, maar zo dat je het ook echt 100% voelt.”

 

Eva is 22 jaar. Zij studeert sinds 3,5 jaar internationale betrekkingen. Zij is erg geïnteresseerd in andere culturen en ziet de kennismaking met andere culturen als een mogelijkheid om je zelf als mens verder te ontwikkelen.

Eva doet veel vrijwilligerswerk. Ze heeft zich actief ingezet voor de studenten organisatie AIESEC en heeft deelgenomen aan het Nourproject wat ‘Licht’ in het Arabisch betekent. Dit is een organisatie die zich ten doel stelt om de dialoog tussen het Westen en de Arabische wereld open te houden. Eva heeft in dat kader ondermeer een journalistieke stage gelopen in Jordanië.

Geit en Ramadan

In Jordanië deed Eva op eigen initiatief mee aan diverse rituelen. Zo slachtte ze een geit en deed ze mee aan de Ramadan. Veertig dagen overdag niet eten en drinken, om te ervaren hoe dat is. “Vasten doe je niet alleen uit compassie met armen, maar ook als een manier van zelfontwikkeling. Ik merkte dat ik meer focus kreeg, een soort stabiele hersenenergie.”

Letterlijk inleven

Eva heeft gemerkt dat haar besluit om zich ‘letterlijk in te leven’ in de andere cultuur de harten van anderen opende.“Ik heb echt vrienden gemaakt in Jordanië. Mensen vonden het heel leuk als ik vertelde dat ik ook Ramadan hield. Als ik hier in de kebabzaak kom dan hebben we het er ook wel eens over. Mensen moeten er wel om lachen, ze vinden het leuk. Het breekt het ijs.”

Eva heeft de smaak te pakken wat betreft het zichzelf onderdompelen in andere culturen. “Als je je echt in een andere cultuur verdiept en erin leeft, dan ontdek je dat echt alles subjectief is. We leven volgens patronen die we normaal vinden, maar eigenlijk is alles een groot toneelstuk, een soort indoctrine. Ook de Nederlandse cultuur. Dat we hier overwegend christelijk zijn, alcohol drinken, heel vrij zijn. Dat zijn  ook maar bepaalde ideeën, dat dat goed zou zijn. Zelf ben ik bijvoorbeeld voorlopig helemaal gestopt met alcohol drinken. Omdat ik me realiseerde dat het zomaar een gewoonte is hier in Nederland. Iets wat erbij hoor. Maar waarom eigenlijk?”

De charme van compassie

Compassie vindt Eva een bijzonder woord. “Het wordt niet veel gebruikt in het dagelijks leven. Dat vind ik juist wel mooi, omdat het verschillende gradaties heeft. Het betekent voor mij het meeleven in een ander persoon. Ik denk dat iedereen het woord wel kent en zich er van bewust is dat je eigenlijk compassie moet voelen. Maar het écht voelen is iets anders. Dat is zoiets groots.”

Het initiatief stadjers voor compassie spreekt haar erg aan. “Ik denk wel dat het een uitdaging is om bezig te blijven met compassie. En elkaar te inspireren om het goede te doen. Ik hoop dat het zo gaat werken.”

Een ander initiatief van Eva: zij geeft trainingen aan middelbare scholieren in de stad over creatief leren en persoonlijke ontwikkeling. Zie mindsetlearnandgrow.nl

Hilbert Annen, Hulp in Praktijk

“Als ik het woord compassie moet vertalen in alledaags Nederlands? Dan denk ik: je bent begaan met iemand en je kijkt of je het wilt oplossen. Zo eenvoudig is het eigenlijk. Je moet een ander helpen staat in de Bijbel. Ik ben dat zelf in de familie ook zo gewend. Je doet wat voor elkaar.”

 

Hilbert Annen (56) woont met zijn vrouw in de wijk Selwerd in Groningen. Hilbert is secretaris van het College van Diakenen van de Protestantse Kerk in Groningen. Drie jaar geleden startte men vandaaruit met Hulp in Praktijk (HIP).

Hilbert doet zelf actief mee aan hulp in praktijk, net als zijn vrouw. “Mijn zwakke plek is dat ik heel slecht nee kan zeggen. Mijn vrouw zegt wel eens, moet je nou alweer de hele zaterdag weg? Maar ze doet er zelf net zo hard aan mee hoor. Als Hulp in Praktijk haar belt, stapt ze zo op de fiets. Dus wat dat betreft zitten we hetzelfde in elkaar.”

Praktische klussen voor mensen die het nodig hebben

Hilbert is zelf vrij handig en het zal dan ook wel geen toeval zijn dat bij hem vooral vragen binnen komen van zeer praktische aard. Hij klust voor mensen in de stad die wel wat hulp kunnen gebruiken en die nu toevallig niet een eigen netwerk hebben waar ze op terug kunnen vallen. En die mensen zijn er. En het zijn niet alleenstaande oudere vrouwen, maar ook bijstandsmoeders, migranten en jongeren die er alleen voor staan. De klussen die Hilbert zoal heeft gedaan variëren van het repareren van wasmachines en het behangen van een kamer tot en met het repareren van een lekkende kraan. Hij heeft er plezier in om de klussen goed en netjes uit te voeren. “Als ik ergens ga verven neem ik mijn eigen verfroller mee. Voor het beste resultaat.”

Veel kerken één gedachte

Wat Hilbert leuk vind aan het werk voor HIP is dat hij collega vrijwilligers treft vanuit andere kerken. “Bij HIP zijn ook mensen aangesloten van de Pinkstergemeente, de Baptistengemeente, de Vrijgemaakte Kerk. Dat vind ik juist zo leuk. Veertig jaar geleden had je het niet voor mogelijk gehouden dat je samen op zou trekken. Maar de visie in de Bijbel ‘je moet een ander helpen’, daar bestaat geen verschil van mening over. Dat kun je prima samen doen.”

Leuk als mensen er blij mee zijn

Hilbert zet zich met plezier voor anderen in. Hij doet het niet om er iets mee te ‘verdienen’. Maar soms krijgt hij wel mooie bedankjes. Eén ervan herinnert hij zich in het bijzonder.”Ik heb een klus gedaan bij een Somalisch gezin met vijf kinderen in het Zuiden van de stad. Het gezin gaat naar de Moskee hier in het park bij Selwerd, vlak achter onze kerk. Zij hadden een kamertje gemaakt op zolder en daar moest nog een deur in. Ze hadden wel een deur gekocht, maar die paste niet. Ik heb het kozijn geplaatst en de deur heel netjes op maat gemaakt. Dat is nog niet simpel bij een moderne deur, daar kun je niet zomaar de zaag inzetten, maar het is me uiteindelijk goed gelukt. De zaterdag erna ben ik terug geweest om het netjes af te kitten. De vader van het gezin greep me bij beide handen en zei: ‘ik bid voor uw gezondheid!’ Dat is een bedankje dat ik niet snel zal vergeten!”

Hoe werkt hulp in praktijk?

Het principe achter HIP is als volgt: (alleen) leden van een kerk die is aangesloten bij HIP kunnen zich aanmelden en zichzelf inschrijven in de ‘digitale kaartenbak’ die door HIP beheerd wordt. Mensen kunnen hun eigen profiel op internet bijwerken. Op dat profiel in de digitale kaartenbak kan je aangeven wat je voor een ander kan en wil doen en hoeveel uren dat ongeveer per week mag kosten.

Als er bij de maatschappelijk werk(st)er van HIP een hulpvraag komt van iemand die niet veel geld heeft en weinig sociaal netwerk om op terug te vallen, dan kiest HIP uit de digitale kaartenbak een of meer vrijwilligers die de klus zouden kunnen uitvoeren. De maatschappelijk werk(st)er belt dan persoonlijk naar een of meer vrijwilligers om te vragen of die tijd en zin hebben om de klus te doen.

Zo komt een mooie match tot stand tussen vraag en aanbod, waarbij de maatschappelijk werker goed beoordeelt of de vraag inderdaad een echte hulpvraag is. Het systeem blijkt behoorlijk goed te werken, vooral ook omdat het zo klantgericht is. Voordelen zijn ook dat ‘helpenden’ goed kunnen aangeven wat ze wel en niet willen en kunnen en ook dat er bij vragen en twijfel overleg mogelijk is.

Daarbij zijn de vrijwilligers die ingezet worden vanuit HIP verzekerd, dus mocht er een ongelukje gebeuren tijdens het klussen dan heeft dat in ieder geval financieel geen nadelige gevolgen.